Indaad

Terug naar overzicht

Meer kinderen voor rechter, maar aanpak jeugdcriminaliteit slaagt


Er stonden vorig jaar meer jonge Amsterdammertjes voor de rechter dan in 2013 en toch lijkt de aanpak van jeugdcriminaliteit zijn vruchten af te werpen. Het aantal kinderen groeide namelijk nóg harder.

1740 kinderen in de leeftijd 12 tot 17 jaar stonden vorig jaar voor de rechter op verdenking van een strafbaar feit. Meer dan in 2013: toen ging het om ‘slechts’ 1710 minderjarige verdachten.

Een toename van 30 dus, zou je al snel kunnen denken als je de nieuwe criminaliteitscijfers leest van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar op het ministerie van Justitie in Den Haag hebben ze daar een logische verklaring voor. Het aantal kinderen in de leeftijd 12 tot 17 nam ook toe. Zo blijkt er sprake van een (minuscule) daling in relatieve zin. Per 1.000 kinderen (12 tot 17) verschenen er 40,3 voor de rechter (40,5 in 2013).

Lees ook: Vrees voor toename jeugdcriminaliteit na sluiting Amsterbaken

Goed nieuws dus, maar er blijft ruimte voor verbetering. Want met 40,3 op de 1.000 loopt Amsterdam met haar criminaliteitscijfers nog altijd voorop in heel Nederland. Het landelijk gemiddelde schommelt rond de 19 en zelfs Den Haag (36,6), Rotterdam (35,8), Utrecht (31,8) blijven op afstand.

De gemeente verklaart de daling door een succesvolle aanpak van de Top-600 en noemt als voorbeeld dat zij zich ontfermt over de broertjes en zusjes van criminele Amsterdammers. ‘En we weten allemaal wat de beste voorspeller is voor een criminele loopbaan’, zegt een woordvoerder, ‘een criminele broer of zus’.

Lees ook: ‘Huidige aanpak jeugdcriminaliteit helpt niet’

Het ministerie laat weten dat de daling past binnen een trend die ‘we al enkele jaren zien’, zowel in Amsterdam als op landelijk en internationaal niveau. Dat er meer criminaliteit plaatsvindt in grote steden dan – pak ‘m beet – Franeker kan worden verklaard door de aanwezigheid van risicofactoren als achterstand, armoede, maar ook meer mogelijkheden in de vorm van uitgaansgebieden. Tenslotte zou de kans om tegen de lamp te lopen groter zijn in stedelijke gebieden.

Bron: AT5.nl