Indaad

Terug naar overzicht

Gemeenten niet klaar voor overgang jeugdzorg in 2015


Door: Charlotte Huisman, Anneke Stoffelen − 05/03/14

© ANP. Hulpverlener neemt een test af bij een meisje.

Bijna de helft van de gemeenten betwijfelt of zij alle kinderen in de jeugdzorg kunnen helpen met het geld dat het Rijk beschikbaar stelt. Eenvijfde zegt zelfs ronduit dat dit niet gaat lukken. Dat blijkt uit een enquête van de Volkskrant waaraan 158 van de ruim vierhonderd gemeenten deelnamen.

Lokaal bestuur voorziet dat het door extra taken en minder geld niet alle kinderen kan helpen

Vanaf 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg – nu nog deels een taak van de provincies. Die overheveling zou een eind moeten maken aan de bureaucratie en het langs elkaar heen werken van hulpverleners, een praktijk waarover zowel cliënten als werknemers de afgelopen jaren veel klaagden.

De gemeenten moeten dus betere hulp verlenen, maar wel met 15 procent minder budget. Er zijn al langer twijfels bij zorgverleners of gemeenten die verantwoordelijkheid voor kwetsbare jongeren wel aankunnen. Die kinderen kampen bijvoorbeeld met psychische problemen en/of verslaving, of ze zijn mishandeld.

Geen vertrouwen
De overkoepelende Vereniging van Nederlandse Gemeenten houdt vol dat het lokale bestuur in staat is de zorg voor deze kinderen per 2015 te organiseren, maar uit de enquête blijkt dat veel gemeenten er zelf geen vertrouwen in hebben dat zij straks over genoeg geld beschikken om alle kwetsbare jongeren goed te helpen.

Wethouder: ‘Een gespecialiseerde plek kost per jaar al gauw 100 duizend euro’

Op de vraag of zij denken in staat te zijn de jeugdzorgtaak uit te voeren met het geld dat beschikbaar is gesteld, antwoordt 22 procent van de gemeenten ronduit ‘nee’. Nog eens 25 procent van de 158 respondenten antwoordt zich hierover zorgen te maken, of zegt nog niet te weten of het gaat lukken.

Budget niet toereikend
De gemeente Appingedam zegt bijvoorbeeld dat het budget niet toereikend is om zware jeugdzorg in te kopen. ‘Een gespecialiseerde plek kost al gauw 100 duizend euro per jaar. Stel dat je in een jaar drie plekken begroot en er komt een vierde kind bij dat zware hulp nodig heeft, dan zitten wij als kleine gemeente meteen met een strop’, aldus wethouder Piet Manning (PvdA). Appingedam probeert dit op te lossen door samen met andere gemeenten gespecialiseerde hulp in te kopen. ‘Dat is nog een hele toer.’

Veel gemeenten willen bezuinigen op de jeugdzorg door vroegtijdig in te grijpen, zodat problemen niet uit de hand lopen en er geen zware zorg nodig is. ‘Er is een groep van 200 duizend kinderen met problemen waaraan niks te voorkomen valt’, zegt Kinderombudsman Marc Dullaert. ‘Als je zwaar autistisch bent of zwaar gehandicapt, dan helpt preventie niet.’

De dupe
Juist kinderen die gespecialiseerde hulp nodig hebben, zijn daarom volgend jaar het eerst de dupe, denkt de Kinderombudsman. ‘Gemeenten hebben nog nauwelijks afspraken gemaakt met landelijk werkende instellingen als Fier Fryslân, voor slachtoffers van loverboys, of de Hoenderloo Groep, waar kinderen met ernstige gedragsproblemen veelal in een gesloten omgeving wonen. Die instellingen dreigen om te vallen.’

Ook de zogenoemde Transitiecommissie Jeugdzorg concludeerde dinsdag in een rapport dat het de meeste gemeenten niet zal lukken om vanaf 1 januari 2015 alle jeugdhulp adequaat uit te voeren. Voorzitter Leonard Geluk noemt het ‘zorgelijk’ dat veel regionale samenwerkingsverbanden niet op orde zijn. Volgens zijn commissie is op dat gebied het afgelopen half jaar ‘nauwelijks vooruitgang’ geboekt.
Alleen als de gemeenten nu grote haast maken met de voorbereidingen kan ook in 2015 verantwoorde jeugdzorg worden geboden, zegt Geluk.

Dullaert heeft er geen vertrouwen in dat het lokaal bestuur die eindsprint nog kan maken, met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht. ‘Je gaat niet allerlei veranderingen doorvoeren als wethouder als je weet dat je over een paar weken wordt vervangen door een ander. En een opvolger begint weer van voren af aan met dit dossier.’