Indaad

Terug naar overzicht

Overheid wil betere hulp voor 66 duizend jongeren zonder baan of diploma


66 duizend jongeren buiten beeld van instanties

De overheid heeft vastgelegd dat een deel van de ‘spookjongeren’ de komende tijd geholpen moet worden bij het halen van een diploma of het vinden van een baan. Deze jongeren bevinden zich tot nog toe buiten beeld van de autoriteiten, omdat ze niet op school zitten, geen diploma, baan of uitkering hebben en niet ingeschreven staan als werkzoekende.

Vanaf dit jaar moeten het UWV, de sociale diensten en de gemeenten daartoe beter samenwerken.

Nederland telt op dit moment naar schatting 66 duizend zogenoemde spookjongeren, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Aangezien bijstand pas mogelijk is vanaf 27 jaar, kunnen zij van de radar verdwijnen bij onderwijsinstellingen en uitkeringsinstanties. De angst bestaat dat deze jongeren afzakken naar de criminaliteit of hun hele leven afhankelijk zijn van uitkeringen.

Regionale Meld- en Coördinatiepunten

Niet ‘gewoon een beetje lui’
Net als 66 duizend andere jongeren had Nick geen opleiding, geen baan en geen uitkering. Van jongeren met vaak complexe problemen is onbekend wat ze doen. Ze zijn ‘buiten beeld’. De overheid probeert hen op te sporen en weer aan de slag te krijgen.

Los van elkaar ontfermen UWV, de sociale diensten en gemeenten zich over deze jongeren, terwijl de jongeren volgens het kabinet gebaat zouden zijn bij een centrale aanpak. Het kabinet heeft deze partijen in 2016 daarom opgeroepen in hun regio afspraken te maken met de Regionale Meld- en Coördinatiepunten (RMC’s) waar voortijdige schoolverlaters worden geregistreerd.

Volgens een woordvoerder van het ministerie van Sociale Zaken hebben de partijen vastgelegd hoeveel jongeren zonder werk of diploma ze de komende tijd aan het werk willen krijgen. Ze sporen ze bijvoorbeeld op door verschillende bestanden naast elkaar te leggen en met onderwijsinstellingen te praten.

Spookjongeren vormen een kwetsbare groep, omdat ze relatief veel kans hebben om van een baan verstoken te blijven, schulden te maken of de criminaliteit in te gaan. Ook het risico dat ze radicaliseren is groter. Om dat onheil te voorkomen, gaven ministers Asscher (Sociale Zaken) en Jet Bussemaker (Onderwijs) vorig jaar de aanzet tot een omvattend plan.

Regionale aanpak

Omdat niet alle regio’s dezelfde problemen hebben, kregen ze de ruimte zelf met passende oplossingen te komen. Zo werkt Friesland met jobcoaches, die leerwerkplekken proberen te regelen voor jongeren die voortijdig school hebben verlaten. In de regio Zaanstreek, de regio Zuid Kennemerland en de regio Gouda zijn overlegtafels ingericht, waar alle jongeren zonder diploma of baan worden besproken. Kunnen ze nog naar school? Of moeten ze worden geholpen bij het vinden van een passende werkplek?

Dordrecht gebruikt een zeer persoonlijke methode. Eén bemiddelaar probeert de jongeren daar aan een baan of een opleiding te helpen door uitvoerig met ze over hun problemen en wensen te praten.

Trudi Nederland, onderzoeker

Onderzoekster Trudi Nederland van het Verwey-Jonker Instituut denkt dat de regionale aanpakken ‘zeker zin kunnen hebben’. Ze spreekt lovend over de persoonlijke aanpak in de regio Dordrecht. ‘Uit onderzoek van ons instituut blijkt dat het optuigen van één centraal aanspreekpunt noodzakelijk is om deze jongeren een heel traject te laten doorlopen.’

Een centrale aanpak vermag echter niet alles, waarschuwt Nederland. Zo werkt terugsturen naar school, ondanks alle goede bedoelingen, volgens haar vaak niet. ‘Deze jongeren hebben vaak al eens gefaald in datzelfde schoolsysteem. Het blijkt ontzettend moeilijk om dan de knop om te zetten en het nogmaals te proberen. Laat deze jongeren daarom eerst werken, en koppel daar later een leertraject aan vast. Dat werkt veel beter.’

Door: Rik Kuiper Dion Mebius

Datum: 5 januari 2017

Bron: www.volkskrant.nl