Indaad

Terug naar overzicht

‘De jeugdzorg is één groot doolhof’


Jongeren met een angststoornis krijgen vaak niet de juiste hulp. Wijkteams herkennen angstklachten niet. En dat heeft consequenties voor de jongeren.

Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat zeven op de tien jongeren na veertien sessies cognitieve gedragstherapie van hun angstklachten af zijn. Maar terwijl specialistische therapie noodzakelijk is, bieden gemeenten vaak enkel algemene hulp aan. Dat is te lezen is Zorg+Welzijn magazine van november.

 

Tekort aan behandelplaatsen

Volgens het Landelijk Platform GGz is er een schrijnend tekort aan behandelplaatsen voor angststoornissen. Gemeenten kochten ze te weinig in. Momenteel kampt één op de tien pubers met angstklachten, zo’n honderdduizend in totaal. GGZ Nederland schat dat amper tien procent daarvan wordt doorverwezen. Let wel: ook vóór de transities werden angstklachten vaak slecht herkend. Zelfs voor professionals is het soms moeilijk te bepalen of angst een stoornis is omdat zulke jongeren geen zichtbare problemen vertonen.

Kinderen en volwassenen die bij de psycholoog komen, kunnen niet meer direct geholpen worden. Bijna de helft van de psychologen heeft een te lange wachtlijst. ‘De ggz-instellingen in de omgeving hebben al maanden geen budget meer voor hulp.’

Wachtlijst

Maar sinds de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg overgeheveld is naar de gemeenten, ontvangen nóg minder jongeren met angststoornissen de juiste zorg. Ze wachten een half jaar tot een jaar op een behandeling. Dat lange wachten is opmerkelijk. In de Zorgverzekeringswet is vastgelegd dat een wachttijd maximaal zes weken mag zijn. Hoe kan het dat deze zo ruimschoots overschreden wordt?

Angstklachten

‘De jeugdzorg is één groot doolhof. Verschillende loketten zorgen ervoor dat ouders verdwalen met hun kinderen’, meent Josine van Hamersveld, directeur van de Angst, Dwang en Fobie stichting (ADF). Bovendien hebben de meeste gemeenten te weinig expertise om angstklachten te herkennen. ‘De intake moet uitgevoerd worden door specialisten, maar op dit moment heeft vijfenzeventig procent van de gemeenten geen optimale “voordeur” waardoor angstklachten niet of te laat gesignaleerd worden’, vertelt Jack van der Kruijs, adviseur sociaal domein die werkzaam is voor Adjust.

Verkeerde diagnose

Hierdoor blijven angstige jongeren onopgemerkt of ontvangen ze verkeerde diagnoses. Astrid Westenbroek, klinisch psycholoog bij Karakter, ziet het vaak gebeuren: angstige jongeren die via gemeenten aangemeld worden met gedragsklachten. Tijdens een intakegesprek komt zij er dan achter dat er een heel ander probleem speelt, namelijk een angststoornis.

Marijke Vos: ‘Ondanks dat evenveel jongeren jeugdhulp kregen in de eerste helft van 2016 vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder, zijn de kosten zijn toegenomen doordat zwaardere zorg nodig was. Hier wordt de urgentie van preventie dus extra duidelijk.’

Onbegrepen

Een angststoornis die niet op tijd herkend wordt, heeft volgens Westenbroek consequenties. Zo kunnen jongeren belemmerd worden in hun cognitieve ontwikkeling en hun sociale en emotionele vaardigheden. Ook worden het zelfbeeld en zelfvertrouwen door de angst aangetast. ‘De drempel om over hun angst te praten wordt voor zulke jongeren alleen maar hoger. Ik ontvang veel verontrustende telefoontjes van ouders die niet meer weten hoe ze moeten omgaan met hun kinderen. Door de slechte ervaringen meet de gemeenten, raken de jongeren gedemotiveerd: ze voelen zich onbegrepen. Hun vertrouwen in de zorg zijn ze verloren.’

Bezuinigingen

Hoe moet het dan anders? Volgens Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie, moeten alle wijkteams voorzien worden van specialisten, zoals in de gemeenten in Holland-Rijnland. Maar hij vreest dat dit niet op korte termijn gaat gebeuren. ‘In sommige regio’s staan bezuinigingen voorop. Er is versnippering ontstaan, de kwaliteit van de zorg is afhankelijk van waar je woont. Dit kan nooit de bedoeling zijn geweest van de nieuwe Jeugdwet.’

Van generalist naar specialist

Asha Khoenkhoen, woordvoerder van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), zegt het geen goed idee te vinden om wijkteams te laten bestaan uit ‘talloze’ specialisten. Sterker nog, volgens haar is dit onmogelijk. ‘We kunnen niet voor elke aandoening een specialist inhuren. Zo werkt ons systeem niet. Er wordt van generalist naar specialist gewerkt.’

Het kan beter

Khoenkhoen benadrukt dat generalisten professionals zijn en bekwaam geacht worden om problematieken op tijd te herkennen. Maar geldt dit ook voor angststoornissen? ‘Het is ons streven. Al beseffen we wel dat het beter kan.’

Bron: www.zorgenwelzijn.nl

Foto: Fotolia